Een quotum is meer iets voor vissen of de visvangst

Op een zonnige donderdagmiddag bevinden wij ons in het centrum van de politieke besluitvorming van Nederland, Den Haag. Een bruisende stad waar ambtenaren met hun aktetassen van departement naar departement lopen. Het weer is zacht. Politici zitten buiten op het terras. We worden hartelijk verwelkomd door Lutz Jacobi die vanaf het terras roept: “Daar heb je mijn JOVD-vriendje!” Na een lekkere kop koffie bellen we aan bij het ministerie van Defensie. Eenmaal binnen word je gevangen genomen door de historische schoonheid van het interieur. Op naar het kantoor van de minister.

“Nog een momentje!”, roept de minister wanneer ik voor haar open kantoordeur sta. De deuren gaan weer dicht. Ze zal het wel druk hebben, denk ik. Uiteindelijk is ze klaar, loop ik haar kantoor binnen en geef haar drie túten. “Welkom!”, zegt ze hartelijk. Het interview kan beginnen.

Hoe is het om de eerste vrouwelijke minister van Defensie te zijn?
“Prima. Het is vooral heel ‘normaal’ om de eerste vrouwelijke minister van Defensie te zijn. Ik word niet anders behandeld dan mijn voorgangers op het departement. Het is meer een dingetje van de buitenwacht, denk ik.”

"Ook tijdens een NAVO-ministeriële of bilaterale gesprekken met collega's, merk ik er niets van. Wel opvallend dat er, bij een jaarlijks overleg in München - toen ik toevallig met drie vrouwelijke collega's op een bankje zat even zat bij te praten, een foto werd gemaakt die direct ‘viral’ ging. Misschien is het dus toch nog wel een dingetje."

Wat vindt de minister van een quotum regeling voor vrouwen?
"Als er alleen vrouwen aan de top waren, zouden wij ons in een rampzalig scenario bevinden. Dit geldt trouwens ook voor een top met alleen maar mannen. Ik vind quota overigens met name iets voor vissen of de visvangst. Daar wil ik niet mee geassocieerd worden."

“Ik moet dan ook meteen aan dat boekje met Elma Draaier denken:  ‘Het verwende prinsesje’. De schrijfster stelt terecht dat we lang geknokt hebben voor gelijke rechten. Maar hebben we die strijd gestreden om nu tot de conclusie te komen dat het mooiste recht is verworden tot het recht om thuis te zitten? Hoop van harte van niet.”

De minister heeft een tip voor iedereen die graag wat van zijn of haar leven wil maken:

"Get your act together. Peper in je achterwerk. Lopen, werken,  knokken. Alleen zo kom je aan de top! Het komt je niet aanwaaien. Je moet het zelf doen. Of je nu een vrouwtje of een mannetje bent."

Hoe is de werkdruk van een minister?
“Erg hoog. Privéleven staat werkelijk op nul. Ach, je doet het ook maar tijdelijk... Het is een hele eer en de baan geeft ook zoveel energie. Ik ga niet zielig lopen doen. Dit is een waanzinnig vak dat je voor vier jaar mag uitoefenen, mits het kabinet blijft zitten.” Minister Hennis twijfelt hier overigens niet aan.

Ministers hebben het druk. Dat staat buiten kijf. Voor een vrouw is het wellicht nog lastiger. Een vrouw aan de top wordt vaak verweten dat zij niet thuis is om voor het gezin te zorgen. Minister Hennis: “Er wordt overal op gelet. Wat voor kleding je aanhebt, wat voor hoedje je draagt… Lekker boeiend.” De minister geeft aan dat zij twee favoriete kledingzaken heeft die haar snel en efficiënt adviseren. Tijd is kostbaar en een minister van Defensie heeft geen tijd voor funshoppen.

Na deze persoonlijke vragen nu een andere vraag: Loopt Nederland gevaar?
“De dreiging voor Nederland is substantieel. Zeker nu wij meedoen in de strijd tegen IS. Wij laten zien dat we bereid zijn onze verantwoordelijkheid  te nemen door deelname aan deze coalitie. Zes F-16’s, 250 man. En dan ongeveer 130 militaire trainers. Lijkt veel, maar het is overzichtelijk. Het is een kleinere bijdrage dan we leveren in Mali.”

“Onze deelname acht  ik van belang. Je kunt niet alleen naar anderen wijzen als het gaat om het aanpakken van problemen, dichtbij of ver weg. Die problemen raken immers ook de Nederlandse belangen..”

Waarom grijpen wij wel in tegen IS en niet tegen het regiem in Syrië?
“Militair optreden gaat gepaard met een volkenrechtelijk mandaat. Irak heeft ons gevraagd om op te treden. Assad heeft dit niet gedaan. In Nederland zijn we erg voorzichtig na de uitspraken en conclusies van de commissie-Davids over de Irak-oorlog. Is het te verkopen dat wij wel tegen IS strijden in Irak maar  in Syrië afwezig zijn? Aan de mensen die daar  ter plaatse lijden is dat een onwaarschijnlijk moeilijke boodschap. Let wel, het gaat hier ook om Assad en de legitimiteit van zijn gezag. We zijn overigens niet het enige land dat met dit vraagstuk worstelt.”

Kan Nederland nog wel voor haar eigen veiligheid zorgen?

“Nederland is sinds de Gouden Eeuw afhankelijk van externe partners. Je hebt elkaar nodig. We zijn niet voor niets lid van de NAVO. Dat is onze best mogelijke veiligheidsverzekering gebleken. Onze veiligheidsbelangen zijn vervat in netwerken die per definitie grensoverschrijdend zijn. De krachten bundelen is dan het juiste antwoord. “

Sinds 1991 is Defensie flink uitgekleed, wat is daar de reden van?

“Tijdens de koude-oorlog was onze krijgsmacht vooral gericht, en ook ingericht, op een mogelijke territoriale dreiging. Toen de muur viel hebben wij ons beraden. Er moest gemoderniseerd worden. Er was behoefte aan een ander soort krijgsmacht. Door de jaren heen zijn we echter wel doorgeschoten en hebben we uiteindelijk té veel op defensie bezuinigd. Mijn voorgangers hebben niet met een kaasschaaf bezuinigd. Er moesten uiteindelijk hele wapensystemen worden weggesneden. Tanks werden verkocht, niet omdat de krijgsmacht dit zo graag wilde, maar omdat het budget steeds verder werd gekort.”

Het goede nieuws is dat Defensie er voor het eerst in jaren geld bij heeft gekregen. In oktober 2013 kwam er tijdens het najaarsakkoord  €115 miljoen bij. Afgelopen zomer kwam daar nog eens  €100 miljoen bij. Daarmee zijn de problemen nog niet opgelost. Maar we zijn in ieder geval op de goede weg.

In onze samenleving zien wij jongeren geregeld ontsporen. Is het een idee om de dienstplicht weer in te voeren?
“Defensie kan zeker disciplinerend werken, maar het is geen opvoedkundig instituut. Dat kunnen we op een andere manier regelen. De opkomstplicht is overigens niet afgeschaft, maar opgeschort. Als we het zouden willen, kunnen we het dus weer invoeren. De vraag is echter of we dit moeten willen. Ik ben er geen voorstander van. De krijgsmacht van nu is niet vergelijkbaar met de krijgsmacht van toen. Wij hebben nu een professionele krijgsmacht, die direct inzetbaar is, zowel in binnen-  als buitenland. Het reactiveren van de dienstplicht is overigens niet gratis. Sterker nog, het kost handen vol geld.”

Na het maken van een paar foto’s neem ik afscheid van Jeanine Hennis, de minister van Defensie. Een indrukwekkende dame die zeer goed op de hoogte is en zich dag en nacht inzet om Nederland veilig te houden.

Door: Christopher Morgan

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen